Algemene uitkering
De uiteindelijke berekening van de algemene uitkering is gebaseerd op de Meicirculaire 2020. Voor een beter overzicht is het verloop inzichtelijk gemaakt vanaf de ramingen uit de Begroting 2020. De maatstaven zijn overgenomen van de laatste specificatie aangevuld met de aantallen woningen en inwoners zoals vermeld bij de uitgangspunten in de Kadernota 2021.
Ontwikkeling Algemene uitkering (AU) | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 |
---|---|---|---|---|
Begroting 2020 | 41.435 | 42.430 | 43.505 | 43.805 |
Mutaties Septembercirculaire 2019 | ||||
Uitkeringsbasis/nominale ontwikkeling | ||||
Accres-ontwikkeling | 490 | 585 | 505 | 520 |
Hoeveelheidsverschillen | 205 | 195 | 190 | 190 |
Overige mutaties | 40 | 45 | 45 | 45 |
Totaal mutaties Septembercirculaire 2019 | 735 | 825 | 740 | 755 |
Mutaties Decembercirculaire 2019 | ||||
Actualiseren maatstaven | 105 | 125 | 130 | 130 |
Suppletie-uitkering integratie sociaal domein | -15 | -15 | -15 | -15 |
Totaal mutaties Decembercirculaire 2019 | 90 | 110 | 115 | 115 |
Mutaties Uitgangspunten Kadernota 2021 | ||||
WOZ-waarden | -190 | 20 | 75 | -110 |
Actualisatie maatstaven | 910 | -480 | -785 | 665 |
Accres-ontwikkeling | 700 | 700 | 700 | 700 |
Nog in te zetten correctie / aframen stelpost | 500 | 555 | 505 | 520 |
Totaal mutaties Meicirculaire 2020 | 1.920 | 795 | 495 | 1.775 |
Mutaties Meicirculaire 2020 | ||||
Mutatie korting WOZ waarde | 165 | 165 | 165 | 175 |
Accres-ontwikkeling | -140 | 110 | -170 | -435 |
Participatie (IU) | 190 | 165 | 165 | 150 |
Inburgering (IU) | 55 | 125 | 140 | 140 |
Voogdij/18+ (IU) | 25 | 25 | 25 | 25 |
Nog in te zetten correctie / aframen stelpost | 200 | 225 | 230 | 230 |
Overige mutaties | 20 | 25 | 15 | - |
Totaal mutaties meicirculaire 2020 | 515 | 840 | 570 | 285 |
Algemene uitkering Begroting 2021 | 44.695 | 45.000 | 45.425 | 46.735 |
De wijzigingen per circulaire zijn u per informatieve memo toegestuurd. In deze begroting worden de verschillen als gevolg van de gewijzigde uitgangspunten uit de Kadernota 2021 en de ontwikkelingen van de Meicirculaire nog apart toegelicht.
Verschillen als gevolg van aanpassingen kadernota
WOZ-waarde
De aanpassing van de WOZ-waarden als gevolg van de nieuwe uitgangspunten voor de aantallen woningen en de stijging van de WOZ-waarden leiden tot een negatief (2021 en 2024), dan wel een positief effect (2022 en 2023).
Actualisatie maatstaven
Op basis van de uitgangspunten en de laatste specificatie zijn de maatstaven meerjarig aangepast. Het betreft onder andere de aantallen huishoudens, woonruimten, inkomensmaatstaven, inwoners. De hoeveelheidsverschillen leiden tot een andere uitkering.
Accres-ontwikkeling
De stijging in het accres (uitkeringsfactor) wordt volledig veroorzaakt door het eenmalig toepassen van de prijsindexering voor 2021. Na 2021 gaan we uit, net zoals in de rest van de begroting, van constante prijzen.
Nog in te zetten correctie / aframen stelpost
Bij de aanpassing van de algemene uitkering als gevolg van de Decembercirculaire 2019 was voorzichtigheidshalve rekening gehouden met een correctie van 50%. Inmiddels zijn de prognoses van de Meicirculaire 2020 bekend. Hoewel die prognoses nog niet defintief was gaf dit genoeg ruimte om de correctie terug te brengen tot 10%. Na bekendmaking van de Meiciculaire kon de correctie / in te zetten stelpost vervallen.
Verschillen als gevolg van Meicirculaire 2020
Mutatie korting WOZ waarde
Voor uitkeringsjaar 2021 zijn in deze circulaire de rekentarieven aangepast door het ministerie van BZK. De aanpassing van de rekentarieven van de verdeelmaatstaf ozb is afgestemd op de WOZ-tijdvakken. Voor woningen is het negatieve rekentarief lager, waardoor de korting minder groot is (is dus voordelig).
Accresontwikkeling
Mutaties in de algemene uitkering die worden veroorzaakt door wijzigingen in de uitkeringsfactoren als gevolg van beleidsmatige maatregelen. Ten opzichte van de Septembercirculaire 2019 is sprake van een opwaartse bijstelling van de accrestranches voor de jaren 2021 en 2022. Voor 2023 en 2024 worden de accrestranches neerwaarts bijgesteld. Dit is het gevolg van de hogere geraamde loon- en prijsontwikkeling in het Centraal Economisch Plan (CEP) van het Centraal Planbureau en de meerjarige besluitvorming over de rijksuitgaven. Verwerking van de Middellange termijnverkenning (MLT) Zorg leidt tot een neerwaartse bijstelling van de zorguitgaven die doorwerkt in het accres vanaf 2022.
Om financiële stabiliteit te geven aan gemeenten en schommelingen in het accres te voorkomen, is deze in overleg met het VNG voor de jaren 2020 en 2021 vastgelegd, tenzij er specifieke oorzaken zijn. In dat geval zal er in overleg worden getreden. Voor het begrotingsproces 2021 zal de Septembercirculaire dus weinig roet in het eten gooien.
Participatie (IU)
Bijstelling van de Integratie-uitkering Participatie, waaronder het WSW- en Begeleidingsdeel (nieuw). Daarnaast is er aanpassing als gevolg van loon- en prijsbijstelling. Deze extra inkomsten zijn geclaimed om ook uitgaven op dit gebied te kunnen doen.
Inburgering (IU)
Per 1 juli 2021 treedt de Wet Inburgering in werking. Zowel de incidentele bijdrage in de invoeringskosten als de structurele bijdrage in de uitvoeringskosten wordt verstrekt via een integratieuitkering. De benodigde middelen voor de kosten van inburgeringsvoorzieningen worden verstrekt via een specifieke uitkering van het Ministerie van SZW. Het bedrag dat gemeenten in 2020 ontvangen betreft de incidentele bijdrage in de invoeringskosten en wordt over gemeenten verdeeld op basis van het aantal inwoners. De bedragen die gemeenten vanaf 2021 ontvangen betreffen de structurele bijdrage in de uitvoeringskosten. De verdeling van de integratie-uitkering zal naar verwachting in de Decembercirculaire 2020 worden bijgesteld, als van zowel het aantal inwoners als het aantal personen met een niet- westerse migratieachtergrond nieuwe gegevens voorhanden zijn. Deze gelden zijn geclaimed om ook uitgaven op dit gebied te kunnen doen.
De integratie-uitkering zal onder het voorbehoud van de besluitvorming over de herijking van het gemeentefonds naar verwachting vanaf 2022 worden overgeheveld naar de algemene uitkering.
Voogdij/18+ (IU)
De integratie-uitkering Voogdij/18+ kent een systematiek waarbij op basis van historisch zorggebruik (huidig jaar -2, oftewel T-2) per gemeente de hoogte van het benodigde budget wordt berekend. In deze circulaire is het zorggebruik T-2 geactualiseerd. Daarnaast is er is rekening gehouden met de loon- en prijsbijstelling 2020. Het verschil van de actualisatie en loon- en prijsbijstelling wordt deels verrekend met een uitname uit het sub cluster Jeugd (zie ook bovenstaande tekst bij onderdeel “Taakmutaties”). Per saldo levert dit voor Diemen een zeer gering effect op.
Nog in te zetten correctie / aframen stelpost
In afwachting van de Meicirculaire is in de Kadernota 2021 een voorbehoud gemaakt met het laten vervallen van alle correcties. Nu de Meicirculaire er ligt kunnen deze correcties alsnog vervallen. Dit levert een positief effect op en zorgt er met name in 2024 voor dat het saldo niet verder verslechterd.
Ontwikkeling algemene uitkering
Onderstaand het verschil tussen de berekende algemene uitkering zoals berekend in de begroting
2020 en 2021.
Ontwikkeling Algemene uitkering (AU) | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 |
---|---|---|---|---|
Begroting 2020 | 41.435 | 42.430 | 43.505 | 43.805 |
Begroting 2021 | 44.695 | 45.000 | 45.425 | 46.735 |
Groei/krimp Algemene uitkering | 3.260 | 2.570 | 1.920 | 2.930 |