Nog niet te kwantificeren risico's
9. Coronacrisis / economische recessie
Nadere omschrijving risico:
In maart 2020 is de coronacrisis uitgebroken met alle gevolgen van dien. In een eerste rapportage aan de raad is inzichtelijk gemaakt dat de crisis op alle programma's effect heeft. Voorlopig is er nog geen vaccin vastgesteld en blijft de coronacrisis een grote invloed hebben op de economische vooruitzichten. Hoewel er door het Rijk veel inkomensondersteunende maatregelen zijn getroffen is het toch de verwachting dat de komende jaren de aantallen bijstandscliënten toenemen. Met name in de regio Amsterdam worden forse toenames verwacht. Het is nog onduidelijk hoe dit wordt verwerkt in de vergoedingssystematiek.
Ook op andere gebieden worden hogere kosten verwacht, bijvoorbeeld de inzet van boa's voor handhaving van de maatregelen.
Beheersmaatregelen:
Uitvoering geven aan de ondersteunende maatregelen van het Rijk en burgers en bedrijven zo goed als mogelijk ondersteunen zodat zij niet afhankelijk worden van de inkomensvoorzieningen.
10. Herijking verdeling algemene uitkering in 2021
Nadere omschrijving risico:
Komende jaren vindt naast de overheveling van het sociaal domein naar de algemene uitkering een herijking plaats van de verdeling van de andere middelen van de algemene uitkering. Beide trajecten lopen gelijk op. De nieuwe verdeling werd voorzien in 2021. Dit is inmiddels een jaar verschoven naar 2022.
De minister van Binnenlandse Zaken meldt in een brief aan de Tweede Kamer dat met die herijking wordt gestreefd naar een globale verdeling, die aansluit bij de verschillen in kosten van gemeenten en bij de verschillen in inkomsten die gemeenten zelf genereren.
Voor deze herijking wordt onderzocht in hoeverre met de verdeling rekening moet worden gehouden met kostenverschillen tussen gemeenten. Als er weinig ruimte is voor verschillen in aanbod van een voorziening, dan moet er meer worden verevend voor verschillen in kosten tussen gemeenten. Dit wordt per taakveld onderzocht. Daarvoor vindt een apart onderzoek plaats naar de beleidsvrijheid en maatschappelijke acceptatie van verschillen in aanbod van gemeentelijke voorzieningen.
Er vindt ook een onderzoek plaats naar alternatieve manieren om rekening te houden met verschillen in eigen inkomsten. Nu wordt daarvoor uitgegaan van een uniforme standaard, maar mogelijk is een meer gedifferentieerde aanpak mogelijk.
En er vindt in het kader van de herijking een onderzoek plaats of de huidige centrumfunctie voor de verdeling van de middelen uit de algemene uitkering nog voldoet. In het herijkingsonderzoek wordt daarbij meegenomen of een groot aantal kernen in de gemeente leidt tot hogere kosten. Naast de herijking vindt een inventarisatie plaats naar mogelijke knelpunten bij de decentralisatie uitkeringen van het gemeentefonds en het bekostigen van de gezamenlijk opgaven van het Rijk en gemeenten.
Als laatste spoor voor het groot onderhoud aan de financiële verhoudingen wordt de informatievoorziening over de geldstromen van het Rijk aan gemeenten en ook de informatievoorziening over de financiële positie van gemeenten verbeterd. Daarvoor wordt een centrale database ontwikkeld, waarvan de eerste versie deze zomer wordt gelanceerd. Er wordt ingezet op meer verspreiding van financiële kennis over de financiële verhoudingen.
Beheersmaatregelen:
We houden nauwlettend de ontwikkelingen op het gebied van de herijking bij door deel te nemen aan bijeenkomsten van het Ministerie en de VNG. De beïnvloeding is beperkt omdat dergelijke besluiten vooral op macro-niveau worden afgewogen. Uiteraard is er aandacht voor de effecten van individuele gemeenten. Ter bescherming is bepaald wat het maximale negatieve effect per gemeente mag zijn. Over de hoogte van dit effect is nog discussie. Het laatste voorstel is € 15 per inwoner per jaar. Voor Diemen is dat grofweg € 450.000 per jaar.
Vooralsnog hebben we bij de raming van de inkomsten uit de algemene uitkering terughoudend geraamd en rekening gehouden met een correctie. Dit niet alleen als gevolg van de herijking maar ook omdat de waarde van de maatstaven grote fluctualties laten zien met een trend dat aantallen positief worden ingeschat.
11. Fiscale wijzigingen
Nadere omschrijving risico:
Op het gebied van de fiscale wetgeving zijn de laatste jaren veel ontwikkelingen.
Vennootschapsbelasting
Op 1 januari 2016 is de Wet modernisering vennootschapsbelastingplicht overheidsondernemingen van kracht geworden. Als gevolg hiervan zijn gemeenten vennootschapsbelastingplichtig indien en voor zover een onderneming wordt gedreven. Met name 'winstgevende' grondexploitaties vormen hierbij een financieel risico.
De gemeente Diemen heeft in 2016 al haar activiteiten voor de vennootschapsbelasting beoordeeld op basis van de relevante ondernemerscriteria. Op basis van deze beoordeling heeft de gemeente Diemen het standpunt ingenomen dat er geen sprake is van vennootschapsbelastingplichtige activiteiten. De Belastingdienst heeft inmiddels een standpunt ingenomen en aangegeven waar het vermoeden bestaat van belastingplichtige activiteiten. Dit zijn de volgende actviteiten:
het ophalen van bedrijfsafval;
de verkoop van reststoffen voortkomend uit de activiteit inzameling van huishoudelijk afval (hierover loopt overleg met de Nederlandse Vereniging van Reinigingsdiensten). De impact van de tussenkomst van een tussenschakel, zoals bijvoorbeeld Rova, is eveneens onderwerp van gesprek;
het geven van gelegenheid van reclame-uitingen voortvloeiend uit privaatrechtelijke (concessie) overeenkomsten;
de uitgifte van leningen.
Beheersmaatregelen:
Onze (externe) fiscale adviseur heeft voor Diemen onderzocht of bovenstaande activiteiten leiden tot een belastingplicht. Het blijkt dat met name de concessieovereenkomsten voor de uiting van reclame voor Diemen relevant is. Ondanks dat wij het op voorhand niet eens zijn met de aanslagoplegging doen we vanaf 2016 wel aangifte. Dit om naheffingsrente (8%) uit te sluiten. Het aanslagbedrag bedraagt jaarlijks plusminus € 40.000.
De gemeente volgt de landelijke ontwikkeling nauwkeurig om te kunnen anticiperen op eventuele relevante ontwikkelingen. In de meerjarenprognose grondexploitaties wordt jaarlijks de vpb-positie van de grondexploitaties vastgelegd.
Btw vrijstelling sport
In 2019 is het btw-regime voor sportaccommodaties gewijzigd. Vanaf 1 januari 2019 is de btw-sportvrijstelling uitgebreid. Het geven van gelegenheid tot sportbeoefening zonder winstoogmerk is dan niet meer belast met btw. Gemeenten en sportstichtingen mogen geen btw meer in rekening brengen over de gebruikersvergoedingen of huuropbrengsten. Omdat er geen btw in rekening wordt gebracht hebben gemeenten en sportstichtingen ook geen recht meer op teruggaaf van btw op de kosten. De btw op de kosten wordt een kostenpost.
Beheersmaatregelen:
In de begroting wordt tot en met 2022 de btw op sport meegnomen in de ramingen. Daartegenover staat de opbrengsten als gevolg van de SPUK-aanvragen. Verschillen worden verrekend met de algemene middelen (jaarrekeningsaldo of Algemene Reserve).
Vanaf 2022 vervalt de opbrengst vanuit de SPUK. In de uitvoering van investeringen op het gebied van sport wordt getracht deze zoveel als mogelijk vóór 2023 te realiseren.
12. Marktontwikkeling aanbestedingen investeringen
Nadere omschrijving risico:
Door de coronacrisis zijn extra maatregelen nodig wat kostprijsverhogend werkt bij de aanbesteding van investeringen. De coronacrisis leidt ook tot een terugval in de economie met als gevolg dat de investeringsdrang behoorlijk is teruggedrongen. Dit levert een positief effect op bij de aanbesteding van investeringen.
Al met al blijft het onzeker wat de invloed van de coronacrisis en terugval in de economie voor effecten gaat krijgen. Gezien de grote bedragen , toch achten ij het wel van belang dit risico wel kenbaar te maken. Nu al rekening houden met eventuele effecten is te opportuun.
Beheersmaatregelen:
Op basis van de aanbestedingsprocedure zal de financieel meest voordelige aanbieder de meeste kans maken, al telt de weging van kwaliteit natuurlijk ook mee. Wanneer onverhoopt blijkt dat de aanbestedingen prijstechnisch gezien tegenvallen dan kan altijd nog een heroverweging plaatsvinden of alle voorgenomen investeringen uit het investeringsplan op het voorgenomen ambitieniveau doorgang kunnen vinden dan wel het investeringsbudget te verhogen.