Precariobelasting
De gemeente heft precariobelasting voor het hebben van voorwerpen op, onder of boven de voor de publieke dienst bestemde gemeentegrond. Veruit het grootste deel van deze belastingopbrengst wordt ontvangen van nutsbedrijven voor de leidingen die in gemeentegrond liggen. Voorts ontvangen we opbrengsten als gevolg van verleende vergunningen.
Inmiddels is het wetsvoorstel tot afschaffing van precariobelasting op leidingen aangenomen.Vanaf 2022 is het niet meer mogelijk precariobelasting te heffen. Bovendien is het niet langer toegestaan de tarieven te indexeren.
Vanaf de begroting 2018 is deze afbouw opgenomen. Gekozen is het financiële effect geleidelijk te verwerken door jaarlijks een oplopende dotatie aan de algemene reserve op te nemen. 2021 is het laatste jaar dat we precariobelasting kunnen heffen over leidingen en kabels. Zie onderstaand schema hoe dit is verwerkt in het meerjarenperspectief.
Precariobelasting | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 |
---|---|---|---|---|
Geraamde opbrengst precario | 475 | 25 | 25 | 25 |
Geraamde dotatie Algemene reserve | -400 | - | - | - |